Complicatie

Een vervelend gevolg van een medische handeling, waarvan je flinke last kunt hebben.

Couveuse (koe-VEU-zu)

Apparaat in het ziekenhuis waarin een pasgeboren baby ligt die zwak en/of te vroeg geboren is.

Dagbehandeling

Als je naar het ziekenhuis moet, hoef je niet altijd te blijven slapen. Bij bepaalde behandelingen, operaties of onderzoeken mag je 's avonds gewoon weer naar huis.

Diabetes (dia-BEE-tus)

Een chronische ziekte waarbij je teveel glucose (suiker) in je bloed hebt.

Diagnose (DIE-jag-NOO-zu)

Die ziekte die de dokter bij je vaststelt.

Dieet

Regel die zegt wat je wel en niet mag eten.

Diëtist (die-jee-TIST)

Iemand die diëten voorschrijft.

Drain (dreen)

Kunstmatige buis waardoor opgehoopt vocht uit je lichaam weg kan stromen.

Drukverband

Verband dat je op een bloedende wond doet om de bloeding te stoppen.

ECG (ee-see-GEE)

Een ECG (ee-see-GEE) is een hartfilmpje. Het is een grafiek van het bonsen van het hart. Het maken ervan duurt slechts enkele minuten en daar voelt je niets van. Klik voor meer informatie: Het onderzoek: de ECG

Echo

Met een echo kan de dokter je organen en bloedvaten bekijken. Klik voor meer informatie: Het onderzoek: de echo

EEG (EE-EE-gee)

Een EEG (EE-EE-gee) is een onderzoek van je hersenen. Klik voor meer informatie: Het onderzoek: de EEG

Emla pleister

Een toverzalfje dat de huid verdooft.

Epilepsie (EE-pie-lep-SIE)

Een stoornis in de hersenen met plotselinge aanvallen van bewustzijnsverlies en heftige spiertrekkingen.

Feces (FEE-ses)

Het Latijnse woord voor poep.

Fysiek

Lichamelijk.

Fysiotherapie (FIE-zio-tee-raa-pie)

Behandelwijze die zich richt op een gezonde houding en beweging van de spieren.

Gewricht

Verbinding tussen twee of meer botten waardoor die kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.

Gipskamer

In de gipskamer kom je wanneer je arm of been in het gips moet worden gezet. 

Hechten

Het aan elkaar vastmaken van de wondranden van een wond met een draad van kunststof.

Hematoom (hee-maa-TOOM)

Bloeduitstorting.

Herstelperiode

De periode waarin je opknapt van een verwonding of doorgemaakte ziekte.

Hygiëne (hie-gie-JEE-nu)

Verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat mensen gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden.

Inademen

Lucht door je neus of mond naar binnen zuigen.

Incontinentie (in-kon-tie-NEN-tsie)

Het niet kunnen ophouden van plas of poep.

Infectieziekte

Ziekte door een besmetting met een ziekteverwekker met een uitgebreide infectiereactie daarna.

Infuus (in-FUUS)

Het geven van een vloeistof aan een ziek persoon door een slangetje naar een buisje in een ader in de hand of arm.