Te kort tongriempje

Inhoud van dit artikel

    Wat is een te kort tongriempje?

    De tong is belangrijk voor eten, drinken en praten. De tong wordt in de middellijn op zijn plek gehouden door een tongriempje. Een te kort tongriempje is een aangeboren afwijking. Je wordt hier dus mee geboren. Je tong zit dan te vast aan je mondbodem waardoor je je tong minder goed kunt bewegen. Je kunt hierdoor klachten krijgen bij je (ontwikkeling van) spraak. Als het te korte tongriempje pas ontdekt wordt wanneer je ouder bent, is dat vaak vanwege spraakstoornissen. Je kunt letters niet goed uitspreken, omdat je tong nodig is voor het vormen van de klank.
     

    De operatie

    Bij baby’s wordt het inknippen van een tongriempje op de polikliniek gedaan. Dit gebeurt zonder verdoving.

     

     

    Bij kinderen en tieners wordt het inknippen van een tongriempje onder narcose gedaan. Deze operatie gebeurt tijdens een dagopname. Dat houdt in dat je in principe niet hoeft te blijven slapen. Voor meer informatie over een dagopname zie ook de folder: ‘dagopname’ op de kinder- en tienerafdeling.

     

     

    Na de operatie

    Op de kinder- en tienerafdeling word je gecontroleerd op een eventuele nabloeding. Daarnaast krijg je op de afdeling weer wat eten en drinken om te kijken hoe dit gaat. Als alles goed gaat mag je weer naar huis.
     

    Wond

    De eerste dag kan er een beetje (bloederig) vocht in je mond te zien zijn. Hierover hoef je je geen zorgen te maken.
     

    Lichamelijke verzorging

    Je mag na de operatie gelijk weer douchen.
     

    Voeding

    Na de operatie mag je alles weer eten en drinken.
    Bewegen / School / Sport
    De dag na de ingreep mag je alles weer doen zoals voor de ingreep.

     

    Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar

    Een opname in het ziekenhuis kan vervelend zijn. Je krijgt te maken met verschillende artsen, assistenten en verpleegkundigen. Je hoort ook allerlei medische termen. Wij willen je zo goed mogelijk informatie geven over de opname. Lees daarom deze folder goed door. Als je weet wat er gaat gebeuren of hoe de dingen gaan, ben je meestal minder zenuwachtig. Je ouder(s) lezen deze folder ook. Vraag of ze kunnen uitleggen wat je niet snapt.
    Wie beslist: jij, je ouders of samen?
    Wat is het beste voor je als je ziek bent? Wie beslist dat eigenlijk? Moet er rekening gehouden worden met jouw mening? Dat staat in een speciale wet: de Wet op de Geneeskundige Behandelings Overeenkomst (WGBO).
     

    Ben je ouder dan 12 jaar?

    Dan moet de dokter ook aan jou vragen of je het goed vindt wat hij/zij gaat doen. Jij en je ouder(s) moeten allebei toestemming geven voor een behandeling of onderzoek. Als jij en je ouder(s) het niet met elkaar eens zijn, dan zal de arts met jullie in gesprek gaan om te kijken of jullie tot overeenstemming kunnen komen. Als dit niet lukt zal gekeken worden door de arts of de onderzoeken en behandelingen uitgesteld kunnen worden tot na je 16e levensjaar.
    Wanneer de behandeling of het onderzoek niet kan worden uitgesteld, beoordeelt de arts of jij voldoende in staat bent de beslissing zelf te nemen. Dat neemt de arts mee in zijn uiteindelijke besluit. Lees er meer over op:
    www.jadokterneedokter.nl
     

    Ben je 16 jaar of ouder?

    Dan beslis je zelf. Alleen jouw toestemming is nodig. De arts mag informatie alleen met jouw toestemming geven aan je ouder(s). Het advies is wel om je ouder(s) te betrekken bij de besluiten die je neemt, omdat een keuze soms moeilijk is en grote gevolgen kan hebben. Lees er meer over op: www.jadokterneedokter.nl