Instructie voor ouders van kinderen met diabetes die een operatie ondergaan

Inhoud van dit artikel

    Instructie voor ouders van kinderen met diabetes die een operatie ondergaan

    Binnenkort wordt uw kind opgenomen in ziekenhuis St Jansdal vanwege een operatie. Een spannende periode. Omdat uw kind nuchter moet zijn voor de operatie en ook door de (stress rondom de) ingreep , kan het zijn dat de bloedsuikers gaan schommelen. Om het herstel van de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk dat het bloedsuikergehalte rondom de operatie goed is geregeld. Een goede bloedsuiker draagt bij aan een voorspoedig herstel van de operatie. In deze folder krijgt u uitleg over hoe u zich met de diabetes van uw kind kunt voorbereiden op de operatie.
     

    Contact diabetesteam

    Neem contact op met het kinderdiabetesteam, zodra u weet dat uw kind geopereerd gaat worden . Gezamenlijk wordt er dan een plan gemaakt specifiek voor uw kind, waarbij wij rekening houden met de huidige diabetesbehandeling die uw kind krijgt en het type ingreep dat uw kind zal ondergaan.
    Hieronder treft u alvast wat algemene informatie aan, over de  voorbereiding op een operatie en de te verwachten aandachtspunten na de operatie.

     

    Afspraak met de anesthesist

    Indien dit nog niet is geregeld via de opererend arts moet u niet vergeten een afspraak te maken met de anesthesist (narcotiseur). Deze afspraak kunt u maken via het Afsprakenbureau: ofwel door er even langs te gaan in de centrale hal, ofwel door te bellen naar telefoon (0341) 463890.
     

    Afspraak voorlichtingsmiddag

    Door kinderen goed voor te bereiden op de dag van de opname, helpen we hen om eventuele gevoelens van angst, onzekerheid en onduidelijkheid weg te nemen. Weten wat er gebeurt, voorkomt ook stressreacties. We nodigen u daarom uit om 1 á 2 weken voor de opname een voorlichtingsmiddag bij te wonen. Weet u op welke datum uw kind opgenomen wordt? Maak dan een afspraak met de pedagogisch medewerker van de kinder- en tienerafdeling voor een voorlichtingsmiddag, telefoon: (0341) 463632.

     

    Informatie vooraf

    Bij kleine ingrepen wordt uw kind een uur eerder op de kinderafdeling verwacht dan in uw oproep voor de operatie staat gemeld. Bij grotere ingrepen (langer dan 1 uur) kan het zijn dat uw kind al een dag voor de operatie opgenomen moet worden. Overleg dit met uw diabetesbehandelteam.

    Als uw kind ziek is (temperatuur hoger dan 38,5° C), of als een broertje of zusje een infectieziekte heeft zoals waterpokken, rode hond, mazelen, bof of roodvonk, kan de behandeling helaas niet doorgaan.
     

    Hoe bereidt u zich thuis voor?

    De dag vóór de operatie

    Als uw kind langwerkende insuline (bv. Lantus of Levemir) gebruikt in de avond, moet deze  dosering worden verlaagd.  Op de dag vóór de operatie is het ook van belang de bloedsuikers op de volgende momenten te meten: nuchter (+/-7.00u), voor de lunch (+/-12.00u), voor het avondeten (+/-17.00u), voor het slapen gaan (+/- 22.00u).
     

    De dag van de operatie

    Meet de bloedsuiker op de volgende momenten: nuchter (+/-7.00u), voor de lunch (+/-12.00u), voor het avondeten (+/-17.00u), voor het slapen gaan (+/- 22.00u).
     

    Neem bij opname in het ziekenhuis het volgende mee:

    • Bloedglucosemeter en strips, insulinepennen en – naalden, diabetesdagboek en reservematerialen bij gebruik van een insulinepomp zoals slangetjes, naalden etc.
    • Insuline; in de pen of pomp
       

    Kinderen met suikerziekte (diabetes)

     

    Tijdens opname

    Diabetesmedicatie

    Het is afhankelijk van het type operatie of het nodig is om bij uw kind een infuus in te brengen. Het diabetesbehandelteam zal dat met u bespreken. Bij grotere ingrepen  zal uw kind op de dag van de operatie een infuus ingebracht krijgen om de bloedsuiker beter te kunnen regelen. Als uw kind na de operatie weer zelf kan eten en drinken, wordt de eigen diabetesmedicatie (insuline) weer gestart en het infuus gestopt.
     

    Bloedsuikercontrole

    Tijdens de opname kunnen de bloedsuikers gaan schommelen. Doordat uw kind nuchter moet zijn voor de operatie kan de bloedsuiker te laag worden. Door de operatie zelf, de aanpassing van de diabetesmedicatie rondom de operatie en omdat uw kind tijdens opname minder actief (en waarschijnlijk ook wat meer gespannen) zal zijn dan normaal gesproken, kunnen de bloedsuikers hoger worden.

     

    Voor de operatie en in de eerste dagen na de operatie controleert u of de verpleegkundige daarom dagelijks minimaal vier keer per dag een bloedsuikerwaarde. Controle vindt in ieder geval plaats nuchter (+/-7.00u), voor de lunch (+/-12.00u), voor het avondeten (+/-17.00u), voor het slapen gaan (+/- 22.00u). Extra controles van de bloedsuiker worden uitgevoerd als de bloedsuiker te hoog (>10) of te laag (<4) is. Direct voor, tijdens en na de operatie worden de bloedsuikers ook extra gecontroleerd.
     

    Streefwaarden voor de bloedsuiker

    Een goede bloedsuiker draagt bij aan een voorspoedig herstel van de operatie. Tijdens en rondom de operatie wordt daarom gestreefd naar een bloedsuiker tussen de 6 en de 10.
     

    Zelfcontrole en zelfregulatie tijdens opname

    Als u in de periode rondom de operatie niet zelf de bloedsuiker bij uw kind kan controleren, neemt de verpleegkundige het van u over. De bloedsuikerwaarden noteert u in het eigen dagboek; de verpleegkundige neemt bij de controletijdstippen de bloedsuikerwaarden over in het verpleegkundig dossier. Als u gewend bent om zelf de dosering insuline aan te passen op de hoogte van de bloedsuikers en ook zo nodig kortwerkende insuline bijspuit op geleide van de hoogte van de bloedsuikers (zelfregulatie), kunt u hier tijdens opname mee doorgaan maar altijd in samenspraak met de verpleegkundige.
     

    Aanspreekpunt bij vragen over de diabetesbehandeling

    Tijdens opname is de verpleegkundige, die voor uw kind zorgt samen met de kinderdiabetesverpleegkundige/ kinderarts, verantwoordelijk voor het regelen van de bloedsuikers. Binnen het ziekenhuis zijn onder meer met de anesthesisten en de anesthesie verpleegkundigen duidelijke afspraken gemaakt over de diabetesbehandeling rondom een operatie. In deze afspraken staat ook wanneer overleg moet plaats vinden met een kinderdiabetesverpleegkundige of kinderarts. Als u vragen heeft over de diabetesbehandeling kunt u deze stellen aan de verpleegkundige die op dat moment voor uw kind zorgt. Als zij uw vraag niet kunnen beantwoorden, zoeken zij contact met de kinderdiabetesverpleegkundige of kinderarts. Indien u zelf inschat dat het nodig is om met een diabetesverpleegkundige of kinderarts te overleggen over de diabetesbehandeling van uw kind tijdens opname, dan is dat te allen tijde mogelijk.
     

    Tot slot

    Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft over de diabetesbehandeling van uw kind rondom de operatie, kunt u op werkdagen contact opnemen met de kinderdiabetesverpleegkundigen, telefoonnummer 0341-463797. Indien het echter een spoedoperatie betreft, dan kunt u ook buiten kantoortijden contact opnemen met het kinderdiabetesteam via het algemene nummer van het ziekenhuis 0341-463911.