Clonidinetest

Inhoud van dit artikel

    U wordt binnenkort met uw kind verwacht op de kinder- en tienerafdeling van ziekenhuis St Jansdal. De kinderarts heeft in overleg met u besloten om bij uw kind een onderzoek te laten doen naar de groeihormoonproductie.

     

    Een ingreep of behandeling in het ziekenhuis kan voor een kind heel spannend zijn. De angst neemt het dan soms over van de normale nieuwsgierigheid. Deze folder is bedoeld om ouder en kind uit te leggen hoe het onderzoek plaatsvindt en wat u kunt verwachten op de dag dat u hier komt met uw kind.  We hopen dat hierdoor de angst bij uw kind kan afnemen. Probeer vragen van uw kind eerlijk en eenvoudig te beantwoorden.

     

    Als uw kind in de week voorafgaand aan de afspraak op de polikliniek een besmettelijke ziekte (zoals waterpokken/rode hond/ etc.) heeft gehad neem dan contact op met de betreffende afdeling. Neem ook contact op als uw kind in aanraking is geweest met iemand met een besmettelijke ziekte.
     

    Doel van het onderzoek

    In de hersenen zit een klier, die hypofyse heet. Onder invloed van de stof ‘clonidine’ kan de hypofyse groeihormoon afscheiden. Dit groeihormoon is van belang voor de lengtegroei van een kind.

    Tijdens het onderzoek wordt door de arts de aanmaak van groeihormoon onderzocht. Uw kind krijgt één of meerdere tabletjes met de stof clonidine, zodat de hypofyse tijdelijk wordt gestimuleerd om extra groeihormoon af te geven aan het bloed.

    In het bloed dat tijdens de test regelmatig wordt afgenomen, wordt de hoeveelheid geproduceerd groeihormoon gemeten. De arts kan daaruit aflezen of er een afwijking is in de aanmaak van het groeihormoon.
     

    Voorbereiding op het onderzoek

    Priming bij jongens vanaf 10 jaar en meisjes vanaf 8 jaar

    Puberteitshormonen zorgen ervoor dat de productie van groeihormoon toeneemt. Bij kinderen die bijna of beginnend in de puberteit zijn, kan het zijn dat er minder groeihormoon wordt afgegeven door de hypofyse, zonder dat er echt een afwijkende productie van groeihormoon is. Bij deze kinderen willen we graag de invloed van de puberteitshormonen meenemen in de beoordeling om te voorkomen dat we ten onrechte de diagnose groeihormoon deficientie(tekort) stellen. Door bij deze groep kinderen kortdurend oestrogeen (bij meisjes) of testosteron (bij jongens) te geven, krijgen we een reëel beeld van de afgifte van groeihormoon bij uw kind. Daarom is het landelijk beleid dat meisjes vanaf 8 jaar en jongens vanaf 10 jaar voorafgaand aan de test hormonen krijgen toegediend (tenzij de puberteit al ver gevorderd is). Dit noemen we priming. Priming is niet schadelijk. Het leidt ook niet tot het op gang komen van de puberteit als die er nog niet is. 
     

    Nuchter

    De hoeveelheid groeihormoon kan worden beïnvloed door de spijsvertering. Daarom moet uw kind op de dag van het onderzoek nuchter zijn. Dit houdt in dat uw kind vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer mag eten of drinken tot na het onderzoek. Uw kind mag eventueel wel een slokje water.

     

    Speelgoed

    Op de afdeling is allerlei speelgoed aanwezig, maar als u speciaal speelgoed of boekjes mee wilt nemen is dat prima. Een pyjama meenemen is niet nodig.

     

    Dag van het onderzoek

    Op de dag van het onderzoek kunt u zich melden bij de secretaresse van de kinder- en tienerafdeling. Deze wijst u de kamer waar uw kind komt te liggen.


    Een verpleegkundige stelt een aantal vragen en neemt de lichaamsgegevens op: hartslag, temperatuur, bloeddruk, gewicht en lengte. Daarna wordt door de kinderarts een infuus ingebracht, dat wordt gefixeerd met een spalkje. Om de huid enigszins te verdoven, wordt er ‘bananenspray’ gebruikt. Het komt soms voor dat een kind door het lange nuchter zijn zich niet zo lekker voelt bij het inbrengen van het infuus. Een enkele keer komt het voor dat een kind flauwvalt. Even rust en op bed gaan liggen is meestal voldoende om zich weer wat beter te voelen. Tijdens de test wordt uw kind goed geobserveerd door de verpleegkundige.
     

    Het onderzoek

    Bij het inbrengen van het infuus wordt meteen al wat bloed afgenomen. Daarna krijgt uw kind één of meerdere tabletjes clonidine. Vervolgens wordt regelmatig bloed afgenomen uit het infuus, tot twee uur na start van de test. Dit is pijnloos, soms wat gevoelig.
    Tijdens de test moet uw kind op bed blijven. Dit is nodig omdat de clonidine een kind slaperig en vaak ook duizelig kan maken. De clonidine kan ook de bloeddruk van uw kind laten dalen. Daarom wordt bij iedere bloedafname steeds de bloeddruk gemeten.
    Na de laatste bloedafname wordt het infuus verwijderd en krijgt uw kind wat te eten en te drinken. Als de bloeddruk normaal is, mag uw kind weer naar huis. Het onderzoek duurt de hele ochtend.

     

    Nazorg

    Uw kind kan gedurende de hele dag nog wat duizelig en slaperig zijn. Het is beter als uw kind niet alléén de trap oploopt en niet buiten speelt. De volgende dag is alles weer normaal.
     

    De uitslag

    De secretaresse maakt een (telefonische) afspraak met de kinderarts om de uitslag te bespreken.
     

    Uitleg aan uw kind

    U kunt uw kind als volgt uitleg geven:

    • Je gaat voor een ochtend naar het ziekenhuis en ik mag de hele tijd bij je blijven.
    • Je mag voor het onderzoek niets eten en drinken, een slokje water drinken mag af en toe wel.
    • Je krijgt bananenspray op je arm. Dan kan de verpleegkundige een naaldje inbrengen in je arm. Aan dit naaldje komt een slangetje te zitten. Dat heet een infuus.
    • De kinderarts neemt steeds een beetje bloed af en de verpleegkundige doet daarna een band om je arm die hij of zij oppompt, net als een zwembandje, en ook weer leeg laat lopen. Dit is om de bloeddruk op te meten.
    • Je moet een of meerdere pilletjes slikken.
    • Je moet in bed blijven liggen, omdat je van de pilletjes wat slaperig kan worden en misschien een beetje misselijk.
    • Na het onderzoek mag je weer eten en drinken.
    • En je mag weer met me mee naar huis als het onderzoek afgelopen is.

     

    Vragen

    Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog vragen? Dan kunt u de kinder- en tienerafdeling bellen, telefoon (0341) 46 36 23.