Allergische neusklachten (allergische rhinitis) bij kinderen

Inhoud van dit artikel

    Wat is allergische rhinitis?

    Allergische rhinitis betekent dat de neus ontstoken is door een allergie. Bijvoorbeeld een allergie voor pollen (stuifmeel), stof of dieren. De binnenkant van de neus wordt dik en maakt veel snot. Het woord ‘hooikoorts’ wordt vaak gebruikt, maar het klopt niet helemaal. Artsen noemen het liever allergische rhinitis.

     

    Wat zijn klachten?

    • Verstopte neus 

    • Loopneus 
    • Niesen 
    • Jeuk aan de neus 
    • Rode, dikke, jeukende of tranende ogen 
    • Soms pijn of druk in het hoofd door een bijholteontsteking 
    • Last van fel licht 
    • Droge of zere keel, soms met veel hoesten

    • Gevoel van moeheid en ziek zijn, alsof er koorts is

     

    Hoe vaak komt allergische rhinitis voor?

    In Nederland heeft ongeveer 1 op de 4 mensen last van allergische rhinitis. Bij kinderen met astma is het nog vaker: 3 van de 4 kinderen met astma hebben ook allergische neusklachten. 

     

    Wat is de oorzaak van allergische rhinitis?

    De precieze oorzaak is niet helemaal duidelijk, maar dit speelt mee: 

    • Als familieleden allergieën hebben (erfelijkheid) 
    • Allergenen (stoffen waar je allergisch voor bent) 
    • Omgeving 

     

    Erfelijkheid 

    Als familie allergieën heeft, is de kans groter dat een kind ook allergisch wordt. Maar het kan ook zonder erfelijke aanleg. Het kind kan alleen allergische rhinitis hebben, maar ook astma of eczeem. 

     

    Allergenen

    Veel kinderen zijn allergisch voor stofjes in de lucht, zoals: 

    • Huisstofmijt 
    • Graspollen 
    • Boompollen 
    • Kat 
    • Hond 

     

    Allergenen triggeren de ziekte. Daarna komen de klachten. Allergenen zijn dus niet de ziekte zelf. Het beste is om deze allergenen te ontwijken. Dat is het eerste stapje in de behandeling.

     

    Er bestaat een aparte folder over huisstofmijt: ‘Allergie voor huisstofmijt bij kinderen’.

     

    Allergie voor pollen

    Sommige kinderen krijgen klachten alleen in het pollenseizoen: 

    • Boompollen: februari tot mei 
    • Graspollen: april tot september 

    Kijk op www.pollennieuws.nl voor de pollenkalender. 

     

    Andere oorzaken

    Soms blijven klachten, ook zonder contact met de stofjes (dit noem je chronisch). Dingen in de omgeving kunnen meespelen bij de allergie.

     

    Omgeving

    Klachten kunnen erger worden door: 

    • Sigarettenrook 
    • Verkoudheid of virussen 
    • Sterke geuren 

     

    Belangrijk

    Eten of drinken zorgt niet voor allergische rhinitis. Het weer kan wel zorgen dat een kind er meer last van heeft. Vooral bij pollen- en huisstofmijtallergie. Warm, droog en winderig weer zorgt voor meer pollen. Het klimaat in huis is ook heel belangrijk.

     

    Allergische rhinitis is een chronische ziekte

    Allergische rhinitis is een ziekte die lang blijft. De ziekte gaat niet helemaal over, ook niet met medicijnen. Dat is natuurlijk vervelend. Maar: de klachten kunnen wel goed behandeld worden. 

    Met medicijnen kunnen de klachten minder worden of zelfs helemaal weggaan.

     

    Onderzoek bij allergische rhinitis

    Denkt de kinderarts dat uw kind allergische rhinitis heeft? Dan doen we vaak een allergietest. We kijken dan of uw kind allergisch is voor stoffen die je inademt (pollen, stof of dieren). 

    We doen geen test voor voedselallergie. 

     

    Soms denkt de arts dat er iets anders is, zoals: 

    • Een grote of ontstoken neusamandel 
    • Een scheef neustussenschot 
    • Een bijholteontsteking 

    Dan doet de KNO-arts (keel-, neus-, oor-arts) een onderzoek bij uw kind.

     

    Behandeling van allergische rhinitis

    De behandeling van allergische rhinitis bestaat uit vier delen: 

    1. Uitleg over de ziekte 
    2. Behandeling zonder medicijnen 
    3. Behandeling met medicijnen 
    4. Immunotherapie 

     

    Behandeling zonder medicijnen

    Roken: Laat niemand in huis roken. Buiten roken is beter. Stoppen met roken is het beste.

     

    Pollen (stuifmeel):

    • Draag een zonnebril buiten. 

    • Niet in de ogen wrijven, spoel met water of gebruik een nat washandje. Of druppel de ogen. 
    • Ramen dicht in auto en gebruik het ventilatiesysteem (als het nodig is ook met airco). Elke auto heeft een pollenfilter.
    • Naar buiten in de ochtend en avond. Of na regen. 
    • Laat de was niet buiten drogen. 

    • Vaseline of crème rond de ogen, neus en mond als uw kind naar buiten gaat. 
    • Lucht uw huis ’s ochtends vroeg, ’s avonds of na een regenbui. Houd de ramen van de slaapkamer gesloten. Open anders alleen de ramen waar geen wind op staat en plaats een dichte hor voor de ramen. 
    • Douchen aan het einde van de dag. Trek andere kleding aan. Was het haar en borstel het vóór het slapen gaan. 
    • Op het platteland zit drie tot vijf keer zoveel stuifmeel in de lucht dan in de stad. Ook langs drukke wegen zit er meer stuifmeel in de lucht. Aan zee hebben de meeste mensen weinig klachten. Het is fijn als u dit weet. 

     

    Huisstofmijt: Neem maatregelen in huis. Vraag de arts om tips. Lees de folder ‘Allergie voor huisstofmijt bij kinderen’.

     

    Huisdieren: Bij allergie voor hond of kat kan het beter zijn om het dier weg te doen. De arts helpt u bij het maken van een goede keuze.

     

    Behandeling met medicijnen

    Ontstekingsremmers (neusspray) 

    Deze medicijnen verminderen ontstekingen in de neus. Ze werken goed, maar je moet ze elke dag gebruiken, ook als je geen klachten hebt. Het kan een paar dagen tot weken duren voordat je verbetering merkt. De neusspray geeft meestal 1 keer per dag 1 pufje in elk neusgat. Stop niet zomaar met de neusspray, anders komen de klachten terug. 

     

    De arts kijkt of de medicijnen helpen. Soms kan uw kind na een tijdje met minder medicijnen. Soms is het nodig dat de arts kijkt of uw kind de medicijnen goed gebruikt. En of er geen andere problemen zijn. 

     

    Problemen met de neusspray? 

    Soms kriebelt het in de neus en vinden kinderen de spray vervelend. Vertel dit aan de dokter of verpleegkundige. Die kan je uitleg geven over hoe je de neuspray goed kunt gebruiken. Als het nodig is kan de dokter of verpleegkundige een ander soort medicijn geven. 

     

    Antihistaminica (tabletten of siroop) 

    Dit zijn medicijnen tegen een stofje dat allergie geeft. Ze helpen ook tegen de klachten en kun je slikken als je klachten hebt. Of om te zorgen dat je geen of minder klachten krijgt. Ze zijn minder sterk dan de neusspray, en worden vaak samen met de neusspray gebruikt. 

     

    Oogdruppels

    Als uw kind ook last heeft van de ogen, kunnen speciale antihistaminica oogdruppels helpen. Die gebruik je alleen als uw kind klachten heeft. 

     

    Heeft u vragen?

    Neem contact op met de kinderlongverpleegkundige:

    • Stel de vraag via de mail in MijnStJansdal

    • Of bel de assistentes: 0341- 46 3750
    • Schrijf uw vragen vast op 

     

    Ken jij onze kinderwebsite al?

    Kijk op www.stjansdalkids.nl voor filmpjes, foto’s en tips. Zo ga je nog beter voorbereid naar je afspraak.